Het verschil tussen wilde bijen en honingbijen

Een bij vliegt tussen gele bloemen

Wanneer we het over bijen hebben denken de meeste mensen vaak aan honingbijen en niet aan wilde bijen. Dat komt natuurlijk omdat de honingbij de meest bekende en herkenbare bij is. Door tekenfilms als Winnie de Poeh en stripboeken als Donald Duck komen we als kind al vroeg in aanraking met afbeeldingen van deze bijen. De wilde bij zien we vaak alleen nog in encyclopedia en biologieboeken. Toch zijn het juist de wilde bijen die het moeilijk hebben. Daarom besteden we wat extra aandacht aan deze bijen. Het zijn namelijk prachtige beestjes die stuk voor stuk hun eigenaardigheden hebben.

Honingbij op bloem

Wat zijn wilde bijen?

In tegenstelling tot de super sociale honingbij doet een wilde bij vrijwel alles alleen. We noemen wilde bijen daarom ook wel solitaire bijen. Ze maken hun eigen nest, zoeken hun eigen voedsel en leggen hun eigen eitjes. Soms gebeurt het wel eens dat nabijgelegen nesten een kolonie vormen, maar dat is geen noodzaak. Het komt ook wel eens voor dat ze een gemeenschappelijke ingang hebben, maar toch voor hun eigen nest zorgen. De levensduur van een wilde bij is meestal slechts enkele weken. Afhankelijk van de soort overwintert hun nageslacht als larve, pop of imago.

In Nederland komen zo’n 350 verschillende soorten bijen voor. Veel van onze wilde bijen hebben het zwaar en staan zelfs op de rode lijst. Dat betekent gelukkig ook dat de bijen wettelijk een beschermde status hebben. The Honeyguide balt zijn vuist voor deze bijen en doneert daarom één euro aan de Bijenstichting voor elke 20 die je bij ons uitgeeft.

Omdat solitaire bijen alleen leven leggen zij geen voorraad honing aan. Honingbijen doen dit wel omdat hun gehele kolonie de winter door moet komen. In de winter zijn er weinig tot geen bloemen en is er dus ook geen voedsel beschikbaar. Wilde bijen sterven vóór de winter en hun nakomelingen hiberneren bijvoorbeeld onder de grond of in holle rietstengels. Een bijenhotel is dus met name goed voor wilde bijen. Een insectenhotel werkt het best met een mooie strook Nederlandse drachtplanten in de buurt.

Aardhommel op aster

Veel solitaire bijen zijn zeer kieskeurig

De meeste solitaire bijen hebben een bepaalde leefomgeving nodig. Sommige bijensoorten zijn zelfs volledig afhankelijk van één plant voor hun voedsel. Deze bijen noemen we monofagen. Een voorbeeld van een monofaag is de slobkousbij. Slobkousbijen leven alleen op de grote wederik (Lysimachia vulgaris) en op niets anders. Zonder grote wederik zul je dus geen slobkousbijen zien. Honingbijen en hommels zijn polyfagen en vliegen dus op meerdere plantensoorten. Een honingbij vliegt soms zelfs wel drie kilometer van het nest om een drachtplant te vinden! Daarentegen vliegen sommige wilde bijen maar 150 tot 600 meter om een geschikte plant te vinden. Als ze die niet vinden krimpt hun overlevingskans aanzienlijk. Het is daarom extra belangrijk om voor voldoende drachtplanten te zorgen.

Het is duidelijk dat het voor wilde bijen van levensbelang is om de juiste plantensoorten te treffen. Een tuin vol tropische of andere uitheemse planten heeft voor de Nederlandse wilde bijen dus weinig nut. Om de bedreigde bijen te helpen is het dus beter om zoveel mogelijk inheemse bloemen te zaaien! In onze winkel vind je een mooi bloemenmengsel die we in samenwerking met de Universiteit Wageningen helemaal afgestemd hebben op de lokale bijensoorten. Met name de bijen op de rode lijst krijgen een beetje extra aandacht.